donderdag 17 januari 2013

Het koningshuis

Het is me wat, dat koningshuis.
Even recapituleren.

Koningin Fabiola besteelt ons.
Prinses Mathilde bedriegt ons.
Koning Albert is een kieken, dat tussen twee vreemde lachbuien in pikt naar een hoop Vlamingen.
Prins Filip is een nog groter kieken, dat niet weet hoe, waar en wanneer het op wat dan ook moet pikken, en daarbij wanhopiger kijkt dan Calimero.
Prins Laurent is het grootste kieken, eentje zonder kop, dat blind en doof rondstruint in een wereld die het niet kent; wel handig: als echt niemand het nog weet, is het de schuld van Laurent.

Dat zijn de hoofdrollen in de operette. In een heel sterke bezetting overigens, want de acteurs spelen zichzelf.

Een zootje? Misschien wel, maar dat hebben wij er wél zelf van gemaakt.
Misschien zijn wij de allergrootste kiekens.

Aan de ene kant hebben wij dromen nodig, en daarvoor zijn er:

onze kinderen voor het uitwissen van onze mislukkingen en het uitstijgen boven het grauw;
de lotto voor het grote geld;
de boekjes en de televisie voor de ridder op het witte paard, die veel meer is dan Jan Modaal op een hobbelpaard;
het koningshuis en bij uitbreiding de adel, met kastelen, jonkvrouwen, eeuwige schoonheid en zuiverheid;
de wonderbaarlijke genezing van een lamme.
Enfin, sprookjes.

Aan de andere kant scheppen wij er een satanisch genoegen in om mensen naar beneden te halen en hoe hoger het voetstuk, hoe liever wij het hebben.
Wij smullen van de windhaan Armstrong, het buitenechtelijke kind van de koning, de grote lottowinnaar die uiteindelijk berooid achterblijft; de televisievedette die een pedofiel blijkt te zijn of een bruut; een wereldvedette aan drugs of drank; zelfs van de mislukkeling aan de toog.

Kijk, in feite zijn zij niet beter dan wij, wij hebben het altijd gezegd en weer gelijk gekregen. En voldaan leunen wij achterover.

Het is heel ambigu en zo is ook onze houding tegenover het koningshuis.
Het pikken is ingezet met de kwestie Fabiola en stopt niet meer voor we bloed zien.
Eindelijk komaf maken met die profiteurs.
Dat die prinsjes en prinsesjes zomaar geld krijgen, dat ze verdomme gaan werken zoals iedereen, zijn ze daar te goed voor, misschien?

Te goed niet, ongeschikt wel.

Want we zijn fundamenteel oneerlijk. Het is onze maatschappij en het zijn onze structuren die hen gemaakt hebben tot wat ze zijn.
Wij hebben ze onder een stolp geplaatst, niet eens een glazen, en af en toe mogen ze eens komen piepen, maar niet meer dan dat. Profiteren en heulen met om het even wie mag, als wij het maar niet zien, of kunnen doen alsof.

En dan, ineens, moet die stolp weg, en kijk ze daar nu staan, onvast en onzeker, weggeplukt uit hun parallel universum.
Ik herinner me een zeldzaam interview met prins Alexander, de halfbroer van koning Boudewijn. Hij was de oudste zoon uit het huwelijk tussen Leopold III en Liliane Baels en stierf in 2009 aan een acute longembolie.
In dat interview vertelde hij over zijn (onwezenlijke) jeugdjaren. Hoe hij opgevoed werd. Hoe het tot zijn achttiende duurde eer hij besefte dat niet àlle kinderen thuis (het paleis) werden opgepikt met de trein of de taxi om ze naar school te brengen. Hoe hij echt niks van de echte wereld afwist.

En die mensen moeten nu maar eens normaal gaan doen.
Ik ben er zeker van dat tragische figuren zoals Boudewijn, Filip of Laurent heel andere mensen zouden geworden zijn met een opvoeding in (en niet buiten) de wereld.

En wat nu met het koningshuis?
Uiteraard weet ik dat ook niet, maar alhoewel ik niet bepaald koningsgezind ben, denk ik toch: houden.
Protocollair is het toch al.
Zij zijn een levend museum, veel echter dan het ook al dure Bokrijk, en dat mag wat kosten.
Ik denk dat het koningshuis economisch zeker rendabel is.
Overal ter wereld bestaat een soort heimwee naar het verleden, een soort oergevoel, zeker?
Wij hebben dat verleden nog een beetje vast en op een of andere manier bezorgt dat operettegezelschap ons prestige, want overal ter wereld speelt men mee in de opvoeringen. Niemand lacht hen uit in hun gezicht, wel integendeel.

Premiers en presidenten zijn voorbijgangers, zoals trainers van een voetbalploeg; is er niks héél ergs aan de hand, dan bestaan ze niet in het buitenland en in het binnenland niet meer als ze afgetreden zijn.
Is Tindemans nog niet zaliger gedachtenis? En dat rare mannetje dat het altijd over seks heeft, Wilfried Martens, juist, is die echt zovéél jaar de leider van ons land geweest? En wie is die kerel met zijn stomme snor die naast Boudewijn op de foto staat, die waarop Boudewijn twee vingertjes in de lucht steekt?
Lang vergeten.
Maar die imposante man met de hele lange baard, die ken je nog wel.

Het is natuurlijk niet meer dan een spel en wij zijn echt niet de slachtoffers.
De tragiek zit onder de stolp.

P.S.
Mijn tekst is klaar en ik haal de krant uit de brievenbus. Prins Laurent figureert in het lang en breed op de frontpagina (en nog twee bladzijden binnenin). Hij mag niet meer wat decennia lang iedereen onder de stolp mocht.
Ook vermakelijk: gisteren stond in de krant dat de Koninklijke Schenking (een megaschenking van Leopold II met een lange reeks eigendommen, waarmee o.a. de huisvesting van de koninklijke familie wordt betaald) heel zwaar in de rode cijfers zat; tot topeconoom Geert Noels werd aangeworven.
Met succes, in 2011 stegen de inkomsten miraculeus met 31 procent en is de schenking uit de rode cijfers.
Hoe zou dat toch komen?



donderdag 27 december 2012

Wapen u voor de nacht

Vorige week, na de moorden in het Amerikaanse Newtown, konden we het volgende lezen:

Larry Pratt, voorzitter van de Gun Owners (wapeneigenaars) van Amerika stuurde dit weekend een controversiële mededeling rond. ,,Voorstanders van een strengere wapenwet hebben het bloed van kleine kinderen aan hun handen'', luidde het. ,,Zij zorgden ervoor dat geen leraar, bediende of volwassene een geweer had op die school. Deze tragedie maakt duidelijk dat er een einde moet komen aan het verbod om wapens te hebben in en rond scholen. Zo'n wapenvrije zones geven massamoordenaars alle tijd om toe te slaan.''

Iedereen met de hersenen van een ondervoede kolibrie kan zo 35 redenen bedenken waarom dat onzin is.

Dat vond ook CNN-presentator en Brits journalist Piers Morgan. Hij noemde de voorzitter van de Amerikaanse wapenlobby een onvoorstelbaar domme man.

In géén tijd werden 85.000 handtekeningen verzameld onder een petitie om de man het land uit te zetten. Voor een goed begrip: niet voorzitter Larry Pratt, maar journalist Piers Morgan. (Vanaf 25.000 handtekeningen moet de Amerikaanse president een uitspraak doen.) Zo gaat dat met de vrije meningsuiting in de democratie der democratieën; ze is er, maar lang niet voor alles en iedereen.

Nu, ik vind ook dat journalist Piers Morgan ongelijk heeft. Volgens mij heeft de voorzitter van de wapenlobby waarschijnlijk het geweten van een ondervoede kolibrie, maar over zijn hersenen moeten we ons geen zorgen maken. Die werken uitstekend.
Wat moet je doen als je een bijna onverdedigbaar fort moet verdedigen? Probeer eens een onverwachte uitval, een tegenaanval waarop de vijand niet is voorbereid. Zo geschiedde. De Amerikanen begonnen met een nooit geziene wedloop naar wapens, uit vrees voor een strengere wapenwet. Het meest populaire kerstcadeau werd de semi-automatische AR-15.
En laat dat nu net het wapen zijn waarmee Adam Lanza twee weken geleden 20 kinderen en 6 volwassenen neerschoot. De Amerikanen, vrouwen, kinderen, mannen, bejaarden, hoogbejaarden, poseerden fier met hun nieuwe wapen, naast de kerstboom, uiteraard, want voor de vrede moet je vechten, je moet je wapenen voor de nacht.
En je krijgt plots een heel andere discussie in de VS: de regering kan niet in alle rust werken aan een strengere wapenwet, ze moet verdorie ook vechten tegen een versoepeling ervan.

Volgens mij heeft de voorzitter van de wapenlobby dus héél goed nagedacht.

Het is natuurlijk belachelijk om nu te spreken over de Amerikaan, ze allemaal op één hoop te vegen. Maar het samenlevingsmodel bepaalt wel de uitkomst ervan.
En Europa? In de ogen van veel Amerikanen is dat een decadent zootje. Want ze weten er niets over.
Ik citeer Geert Mak in zijn uitstekende boek ,,Op zoek naar Amerika'', p. 269:

,,Zo gaat hier, om maar een voorbeeld te geven, het verhaal rond dat in het liberale Nederland op grote schaal bejaarden worden vermoord, dat zeker de helft van de euthanasiegevallen er gedwongen plaatsvindt en dat Nederlandse bejaarden die nog een poosje willen doorleven bandjes dragen met: Geen euthanasie alstublieft. De mensen die je spreekt zijn er heilig van overtuigd dat het waar is. Ze hebben het ook niet zelf verzonnen: het is de weerslag van alle onzin die bepaalde Amerikaanse media dag na dag over het publiek uitstorten.''

De onderliggende boodschap is duidelijk: wees blij dat je in de vrije VS woont, wij zijn op alle vlakken nog steeds een voorbeeld voor de rest van de wereld.

Nog dit: in de VS worden jaarlijks ongeveer 40 (veertig) keer meer mensen vermoord met een vuurwapen dan in een gemiddeld Europees land.

vrijdag 21 december 2012

De jeugd van tegenwoordig (1)

Ik krijg het soms, het overvalt me, stroomstoten van die jeugd van tegenwoordig.
Ze is zo oud als de mensheid zelf en nooit heeft ze willen deugen.
Blader door het boek van de kleine geschiedenis en je zal het merken: niets mee aan te vangen.
In het boek van de grote geschiedenis kom je ze weinig tegen, behalve als het gaat over het aantal gesneuvelden, dan zijn ze in overtal.

Laat me er maar eens even een karikatuur van maken.

De jeugd van tegenwoordig is te braaf en is dat altijd geweest; constant gebrainwasht, zeg maar.
Er moet dringend oorlog gevoerd worden, onze jongens worden opgetrommeld, ze sneuvelen bij de miljoenen en als ze bijna op zijn, dan gaan een paar oude heren eens een verdrag ondertekenen.
Dag jongens, bedankt voor alles, we zijn stikjaloers op jullie, daar in het onvolprezen hiernamaals.
En als we hebben verloren, dan vergeten we jullie zo snel mogelijk en werken we onverdroten aan een nieuwe lichting.

Het is alleen die ellendige vredestijd, dan kunnen we weinig of niets met de jeugd aanvangen; ze zijn misschien de toekomst, ja, maar ze zullen toch nog véél moeten leren voor ze een verdrag kunnen tekenen.

We hebben een heel leger zorgverleners klaarstaan voor onze kinderen en bejaarden.
In de politiek moet heel de maatschappij vertegenwoordigd zijn; het is begonnen met de vrouwen en in hun kielzog volgden allochtonen, holebi's, gehandicapten, dwergen, grote maten, kleine maten, ze moeten er allemaal bij.

Jongeren niet, zij moeten nog véél leren.

En als een politieke partij met veel blabla verjongt, dan betekent het dat er een paar min 40-jarigen tussen lopen.

Het is eigenlijk te gek om los te lopen.

Van onze kindjes niks dan goeds, want zij zijn ons beeld en onze gelijkenis; en als er iets misloopt is het de schuld van leerkrachten, de opvang, het weer en zoveel meer.
En dan, recht vanuit de pamper: ze zijn oud genoeg, ze moeten leren hun plan te trekken.

Maar: naar school tot 18 (een dwaasheid), het laagste loon, meeste werkonzekerheid, duurste autoverzekeringen, moeilijk lenen en huren, want weinig werkzekerheid, een 18-jarige met een 15-jarige is pedofilie en ga zo maar door.

Een zatte nonkel op een feest is ik weet niet hoe plezant, een jongere die een joint rookt om van te huiveren.
Het betuttelen houdt niet op, want we moeten ze in het gareel houden.
Hun fouten worden uitvergroot, maar ,,onze iconen van de misdaad'' Horion, Dutroux, Jansen, zijn geen jongeren (en trouwens ook geen allochtonen, je durft er toch niet aan denken dat Dutroux een Marokkaanse moslim was).
En als jongeren zich te buiten gaan aan geweld, dan zijn het heel regelmatig kreten van wanhoop.
Ach kom, ik zal er maar mee ophouden of ik word boos. En het is voor iedereen kerstmis, nietwaar. (Heb ik al gezegd dat je met de Duitse soldaten kon verbroéderen met kerstmis? Een voorbeeld voor onze jeugd.)

Tot zover deel 1.

maandag 3 december 2012

Democratie

De laatste maanden weer eens kennis genomen van enkele opstoten van democratie. Met als hoogtepunt het geval Martin.
Vier miljoen euro heeft het gekost om die vrouw veilig in een klooster te dumpen. De journalisten dropen af en dus ook de tot in de toppen van hun tenen, het diepste diepe van hun ziel gekwetste democraten.
Had men Martin toch maar aan hen overgeleverd, dàn had de democratie gezegevierd. Verdomme toch!

Voor alle duidelijkheid, ik heb het hier over de ware, de zuivere democratie, vijftig plus één.
Zo zou het moeten zijn, dan zouden we in een héél andere wereld leven.

Eerst een omweg.

Een paar weken geleden, de regering was dagen- en nachtenlang aan het klooien over de begroting.
Ikzelf had niks beters te doen dan naar de slager te gaan.
Gilberte had zin in blinde vinken, ik haat die beesten, maar goed, ik had de dag ervoor kreeft op een bedje van krab en zeewolftongetjes gekregen, vandaar.

De slager was in een druk gesprek gewikkeld met een drietal klanten. En hij sprak: ,,Dat begrijp ik dus niet, ik snap die bende onnozele kloten niet. Waarom vraagt men het niet eens aan de gewone man, mensen gelijk gij en ik en Guido daar. Zet ons eens met een man of tien een dag samen en dat zaakje is opgelost. Maar die mannen willen geen oplossing,die willen alleen maar in onze zakken zitten. Is't niet waar misschien!''
Iedereen vond dat het waar was.

,,Hé, Guido, is't niet waar misschien!''
,,Jaja, René, 't is waar.''
,,Voila!''
Ik ben niet geboren voor het heldendom én hij had een vervaarlijk mes in zijn handen.

De week daarop was ik weer bij de slager, gelukkig niet voor blinde vinken.
Ik was, uitzonderlijk, de enige klant.
René zag zijn kans schoon: ,,Guido, ge moet mij toch eens eerlijk zeggen, gelooft gij dat van die 21ste december. Ik kan er soms echt niet van slapen.''
Ik antwoordde: ,,Weet ge wat René, we gaan wedden. Geef mij nu 100 euro en als de wereld vergaat, krijgt gij er 100.000. Dan kunt ge nooit verliezen.''
Daar moest hij toch eerst eens over nadenken.

Niets is zo gevaarlijk als de zuivere democratie; tweelingbroertjes zijn anarchie en dictatuur. Gewoonlijk in die volgorde. Want loopt het mis, dan hebben we behoefte aan een sterke man om de roedel weer rustig te krijgen.

Je durft er toch niet aan denken dat Dutroux een Marokkaanse moslim was geweest. Dan had je iets anders gekregen dan een witte mars.
Geen metro meer, nauwelijks nog openbaar vervoer in de grote steden, het vuil op straat bleef liggen rotten, fruit ongeplukt, de vleesindustrie plat.
Het vervolg laat zich raden.

Nog erger werd het toen Dutroux nog ontsnapte ook. Dat het land in rep en roer stond is een understatement.
Algehele hysterie werd ons deel, kinderen werden binnengehouden (,,de boze wolf waart rond!''), de regering moest opstappen, Dehaene zweette een volwassen vijver bij elkaar.
En Paul Marchal zei, écht, ik verzin het niet: ,,Ik ben klaar om het over te nemen.''
Echt, ik verzin het niet, hij was klaar om het roer van Dehaene over te nemen.
Bijna waren we beland in een groteske tragische komedie.

Daarom ben ik ook een grote tegenstander van referenda, tenzij het gaat om het maximum aantal bladeren dat van een boom mag vallen.
Maar als het over iets serieus gaat, nooit, dan heerst de waan van de dag.

Of had jij misschien graag een referendum gehad de dag na de ontsnapping van Dutroux?
Of als Dutroux Mohammed heette?

En, inderdaad, zeewolven hebben geen tong.
Maar dat is nog geen reden om je hand in hun muil te steken.

vrijdag 30 november 2012

Zo meen ik dat ook jij bent

zoals de koelte 's nachts langs lelies
en langs rozen
als wit koraal en parels diep in zee
zoals wat schoon is rustig schuilt
maar straalt wanneer ik schouwen wil
zo meen ik dat ook jij bent

als melk
als leem
en 't bleke rood van vaal gesteent
of porselein
zoals wat ver is en gering
en lang vergeten voor het oud is

zoals een waskaars en een koekoek
en een oud boek en een glimlach
en wat onverwacht en zacht is en het eerste
en wat schuchter en verlangend en
vrijgevig
gaaf maar broos is
zo meen ik dat ook jij bent


Jan Hanlo

woensdag 28 november 2012

Patriarchaat

Bij matriarchaat denk ik aan warmte, het patriarchaat laat me koud.
Ik wil er niet teveel woorden aan vuil maken.

Patriarchaat doet me denken aan Marlon Brando, The Godfather, de maffia, geld, macht en machtshonger, niet aan The Sound of Music; ik zie een ruwe bolster, geen blanke pit.
Een desolaat landschap.

Ik zie een dikke man zitten in een indrukwekkende zetel als op een troon, whiskey en sigaren binnen handbereik of in de rode kop; aan zijn voeten een roedel jonge wolven en wolfjes, naast hem (op een krukje) moeder de vrouw, een beetje wezenloos starend naar wat eens is geweest.

Ik zie dat hij tevreden lacht, god mag weten waarom.




maandag 26 november 2012

Brandmerk

De krant is een voortdurende bron van inspiratie.
Gisteren las ik in een klein artikeltje, ergens binnenin de krant dat ene T.J. uit A. niet wordt vervolgd wegens kindermisbruik.
Fijn voor de man, alhoewel.
Ik herinner mij dat hij enkele weken geleden opgevoerd werd op de frontpagina als de baarlijke duivel, een zwartgeblakerde fallus in een wolk van roet, zwavel en verderf.
Dat is dan bij dezen rechtgezet, helaas, voor de man zelf kan geen hulp meer baten. Hij heeft voorgoed afgedaan.

Ik heb het vaak tegen mijn leerlingen gezegd: als jullie mij beu zijn of om een andere reden van mij af willen, dan is dat heel simpel. Ga naar de directeur, zeg dat ik je een klaslokaal heb ingesleurd en daar de meest onnoemelijke dingen met je heb gedaan. De rest gaat dan vanzelf.

De directeur verzekert je dat hij, in alle discretie, de zaak zal onderzoeken.
Een uur later weet heel de school het.
Twee uur later weet heel het dorp het.
's Anderendaags staat het in de krant.

Je privacy wordt natuurlijk gerespecteerd, je bent immers nog niet veroordeeld!
Dus kan je iets lezen in de trant van ,,.. onnoemelijke dingen te hebben gedaan met minstens één leerling, maar volgens onze bronnen zou dat slechts het topje van de ijsberg zijn. Het betreft G.B. (niet de dikke) uit Z., getrouwd met G.V. uit A., vader van L. en J., grootvader van M.
Vroeger hield hij zich veel bezig met t., als s. en r. Hij r. o.a. R. & J.  Of hij ook toen al onnoemelijke feiten heeft gepleegd, wordt nog onderzocht.''

Voila, moeilijker is het niet.

De voorbije jaren leek het soms echt op een heksenjacht, de kranten puilden uit van de pedofielen, kinderen werden in geblindeerde wagens naar school gebracht en een man alleen die op een bank een ijsje zat te eten opgepakt.

Nu wordt een voorzichtige tegenbeweging in gang gezet.
Vorige zaterdag zei een man tegen mij: ,,Ik ben groot geworden tussen paters en pastoors, en nooit heeft ook maar één van hen een vinger naar mij uitgestoken.''
Laf als ik ben, heb ik gedaan alsof zoiets alle lof verdient.
Maar ik dacht: en dan? Moeten die nu heilig verklaard worden? Of op het stadhuis ontvangen en bejubeld?

We moeten ook niet doen alsof de normale gang van zaken uitzondering is geworden.

Meer daarover in een volgende aflevering, featuring Dutroux!